terug
Heemkundevereniging Roerstreek
Deel dit bericht:
Roermond heksenhoofdstad

Dinsdag 25 maart in Dorpshuis De Beuk (ingang Heerbaan 24). Aanvang 19.30 uur. Entree € 5,- en leden HVR gratis. Om zeker te zijn van een plaats: lezingen@roerstreekmuseum.nl.
Onlangs werd het Nationaal Heksenmonument na een aanbesteding toegewezen aan Roermond. Het zal eind 2025, begin 2026 worden ingehuldigd bij de middeleeuwse Rattentoren. Het monument wil aandacht vragen voor de justitiële moord op onschuldige vrouwen in vroeger tijd wegens ‘hekserij’, maar ook voor geweld tegen vrouwen nu. Oud-museumconservator en -archiefmedewerker Gerard van de Garde was lid van de werkgroep die het Roermondse voorstel voor het Nationaal Heksenmonument uitwerkte. Hij deed eerder onderzoek naar de Roermondse heksenvervolgingen.
De heksenwaan maakte in Roermond meer slachtoffers dan waar ook in Nederland: in totaal bijna 100. In zijn lezing gaat hij in op de gruwelijke lotgevallen van enkele slachtoffers van de grote Roermondse procesreeks van 1613-1614 (verschillende vrouwen en één man). Sommigen waren afkomstig uit de Roerstreek. Die verhalen zijn representatief voor de heksenwaan die in de 16e en 17e eeuw in Europa tienduizenden onschuldigen op de brandstapel bracht. Een rode draad in de lezing is de invloed van het boek Malleus Maleficarum (in het Nederlands Heksenhamer), waarvan het Roermondse stadsarchief een exemplaar bewaart.
Het geloof in toverij was al eeuwenoud, maar de Heksenhamer stelde dat toverij een complot van de duivel was om de ziel van mensen aan de kerk te onttrekken en in zijn macht te brengen. Daarbij speelden vroedvrouwen een hoofdrol; zij pleegden abortussen en doodden pasgeboren baby’s zodat ze niet gedoopt konden worden. De lijkjes verwerkten ze tot een toverzalf waarmee ze naar nachtelijke heksensabbats vlogen. Ook zouden vermeende heksen hun dochters inwijden in het duivelse complot, want vooral vrouwen waren vatbaar voor beïnvloeding door de duivel. De basis van het gedach-tegoed van de Heksenhamer was een diepgewortelde minachting van de vrouw en ondergeschikt aan de man. Deze minachting leeft nog steeds voort in onze cultuur en maakt nog altijd dodelijke slachtoffers. Ieder jaar komen in Nederland zo’n veertig vrouwen om het leven door partnergeweld.
Onlangs werd het Nationaal Heksenmonument na een aanbesteding toegewezen aan Roermond. Het zal eind 2025, begin 2026 worden ingehuldigd bij de middeleeuwse Rattentoren. Het monument wil aandacht vragen voor de justitiële moord op onschuldige vrouwen in vroeger tijd wegens ‘hekserij’, maar ook voor geweld tegen vrouwen nu. Oud-museumconservator en -archiefmedewerker Gerard van de Garde was lid van de werkgroep die het Roermondse voorstel voor het Nationaal Heksenmonument uitwerkte. Hij deed eerder onderzoek naar de Roermondse heksenvervolgingen.
De heksenwaan maakte in Roermond meer slachtoffers dan waar ook in Nederland: in totaal bijna 100. In zijn lezing gaat hij in op de gruwelijke lotgevallen van enkele slachtoffers van de grote Roermondse procesreeks van 1613-1614 (verschillende vrouwen en één man). Sommigen waren afkomstig uit de Roerstreek. Die verhalen zijn representatief voor de heksenwaan die in de 16e en 17e eeuw in Europa tienduizenden onschuldigen op de brandstapel bracht. Een rode draad in de lezing is de invloed van het boek Malleus Maleficarum (in het Nederlands Heksenhamer), waarvan het Roermondse stadsarchief een exemplaar bewaart.
Het geloof in toverij was al eeuwenoud, maar de Heksenhamer stelde dat toverij een complot van de duivel was om de ziel van mensen aan de kerk te onttrekken en in zijn macht te brengen. Daarbij speelden vroedvrouwen een hoofdrol; zij pleegden abortussen en doodden pasgeboren baby’s zodat ze niet gedoopt konden worden. De lijkjes verwerkten ze tot een toverzalf waarmee ze naar nachtelijke heksensabbats vlogen. Ook zouden vermeende heksen hun dochters inwijden in het duivelse complot, want vooral vrouwen waren vatbaar voor beïnvloeding door de duivel. De basis van het gedach-tegoed van de Heksenhamer was een diepgewortelde minachting van de vrouw en ondergeschikt aan de man. Deze minachting leeft nog steeds voort in onze cultuur en maakt nog altijd dodelijke slachtoffers. Ieder jaar komen in Nederland zo’n veertig vrouwen om het leven door partnergeweld.
Deel dit bericht: